MeentCoop

Incubator voor de gemeenschaps­economie

Amsterdam gaat prat op haar ondernemerschap. Onze buurten zitten vol maatschappelijk initiatief. Amsterdammers voelen zich verantwoordelijk voor de toekomst en willen daar ook aan bijdragen. Er is een enorme potentie om maatschappelijke opgaven gezamenlijk aan te pakken, een behoefte om innovatie te combineren met sociale opgaven, en er is een voelbaar maatschappelijk ontwaken waarbij inwoners weer mede-eigenaarschap hebben over de toekomst. Amsterdam heeft alles in huis om voorop te lopen in de ontwikkeling van een stadsbrede gemeenschapseconomie.

Daarom zijn wij, een groep initiatiefnemers uit verschillende domeinen, de MeentCoop begonnen, een incubator voor de gemeenschapseconomie. Een broedplaats voor coöperatieve ondernemingen. We delen kennis, geld en netwerk bij financiering, technologie, bedrijfsvoering en ontwikkeling. We vertellen en laten het verhaal zien. We nodigen alle Amsterdammers uit om mee te doen om de coöperatieve hoofdstad van Europa te worden. Opdat in 2035 minstens 35% van de Amsterdamse economie in gemeenschappelijke handen is.

Het komende jaar werken we samen met buurtinitiatieven in Noord en Nieuw-West, onderzoeken we de mogelijkheden voor de digitale coöperatieve economie, en bouwen we aan een coöperatiebedrijf voor warmte-initiatieven in en om de stad en nog veel meer. We nodigen de gemeente zelf ook nadrukkelijk uit om samen te werken met MeentCoop.

Wat is een gemeenschapseconomie?

In de gemeenschapseconomie organiseren gemeenschappen zich bijvoorbeeld via de coöperatieve weg. Een coöperatie is een rechtspersoon, net als een BV, maar het is georganiseerd als een vereniging. De leden zijn de baas. Eventuele winst blijft binnen de coöperatie en gaat niet naar de bankrekening van aandeelhouders. Ze kunnen zo samen ondernemen, mensen in dienst nemen, een kantoor huren of kopen of samen een app ontwikkelen waarmee je een taxi kunt boeken.

Voorbeelden te over. Restaurants kunnen samen een delivery service starten, een buurt kan samen een energiecoöperatie opzetten. Ze dragen dan niet bij aan de winst van het Zweedse Vattenfall maar zorgen dat de rekening betaalbaar blijft of investeren in de buurt, bijvoorbeeld. In het geval van een alternatief voor Uber: Een taxichauffeur draagt bij een taxi-coöperatie slechts zes procent af, in plaats van dertig. Vierentwintig procent van de verdiensten blijft zo in de Amsterdamse economie en bij Amsterdamse ondernemers.

Een coöperatie heeft drie kenmerken die commerciële bedrijven niet hebben: ze zijn democratisch georganiseerd, ze streven naar maatschappelijke in plaats van naar monetaire, private waardecreatie en ze zijn lokaal, dichtbij, verbonden en aanspreekbaar. Het klinkt u misschien wat utopisch in de oren en dat begrijpen we. Maar het is er allemaal al.

In Garyp in Friesland zijn alle huizen van het gas af door de energiecoöperatie, met de miljoen euro winst per jaar is de bouw van woningen voor de oude en jonge dorpsbewoners gefinancierd. In Austin, Texas organiseerden de taxichauffeurs zichzelf en was Uber verdwenen. Ook dichterbij huis bloeit de gemeenschapseconomie op. In steeds meer Amsterdamse buurten organiseren buren hun eigen lokale economie, van het onderhoud van het groen tot aan de zorg, van het buurthuis tot aan de lokale horeca. Deze gemeenschappen zijn onderdeel van de economie van de stad en dragen bij aan het stedelijke huishouden.

Waarom een gemeenschapseconomie?

Ons economisch en politiek systeem wordt al lang gedomineerd door een kapitalistische logica. Dat zou ons innovatie, creativiteit en ondernemerschap moeten brengen. Maar is dat ook zo? Steeds vaker zien we eerder de nadelen van dat kapitalisme. Doorgaans is de governance en het eigendom niet democratisch, in de regel ontbreekt het aan een regeneratief en sociaal businessmodel en het richt zich op financiële en niet op sociale waardecreatie. Tenslotte is in veel gevallen het eigendom en ook de opbrengsten niet lokaal maar globaal.

Als u dertig euro afrekent voor een Uber-ritje, dan gaat tien euro daarvan naar Saoedi-Arabië, Morgan Stanley en andere aandeelhouders van Uber. Uber onttrekt die tien euro uit de stad. Dat is een derde van de omzet van de taxichauffeur, die het werk doet, de auto financiert en zorg draagt voor de papieren, de verzekering, het onderhoud, de cursussen en de soms lastige klanten.

We zien dit steeds vaker. Grote bedrijven die weinig toevoegen maar wel veel komen halen. Ze bouwen aan een monopoliepositie en meedogenloze winstmachines, vaak ten koste van mensen, zeggenschap, privacy, autonomie en sociale cohesie. Er wordt geen belasting afgedragen, wetten worden met voeten getreden, de eigenaarsstructuur is in mist gehuld en verhaal halen is schier onmogelijk. Dat kan ook anders. Bijvoorbeeld via de gemeenschapseconomie.

Oprichtende mensen en organisaties

Marleen Stikker, Sander van der Waal Waag Futurelab
Thomas de Groot, Sophie Bloemen Commons Network
Menno Houtstra KasKantine
Pauline Westendorp Oranje Energie, 02025
Deborah Tappi, Frank Jan de Graaf HvA Center for Economic Transformation
Teun Gautier, Floor Ziegler StadmakersCooperatie
Emel Can, Hans Krikke Stichting SW-SL, Ru Paré